Eindeloze kusten
struinen langs de waterlijn.
Een kwal op het droge,
een schelp in mijn hand.
Een zeemeeuw schreeuwt fel,
mijn voeten verweken.
Beukende golven
het water is koud.
Ik duik als een otter,
tol in het rond,
meegesleurd door het water
mijn rug raakt de grond.
Kom proestend weer boven,
zoute smaak in mijn mond,
mijn hart zet ik open
spoel helemaal schoon.
De zee ...
De zee ...
maakt mij heel.