The sea, once it casts its spell,
holds one in its net of wonder forever.

Jacques Cousteau

03/12/2012


Als ik loop langs het strand
moet ik altijd dicht bij de zee zijn.
Ik loop dan heel aan het randje
en zij streelt mijn voeten
zij betast ze, of ze mijn blinde moeder is.

De zee was groot
ze was vol witte koppen vanmorgen
want het waaide hard
overal danste het schuim.

De golven waren boos en trots
ze sprongen als valse wolven
en toonden hun witte tanden.

Maar ik was rustig en stond hoog in de wind
ik stond als een oude koning
als ik zie over zee ben ik sterk en machtig
en mijn tanden staan vast op elkaar.

Het arme schuim is bang en wit
en het ligt almaar te bibberen aan het strand
daar heeft de zee het gebracht
nu kan het niet verder en ligt te sterven
het wil altijd nog hoger het strand op
daar zou het sneller sterven.

J.C. van Schagen