29/11/2012

De schorpioen en de kikker


Een kikker ging al hoppend door het woud, richting huis en familie, totdat de kikker plotseling bij een riviertje kwam. De kikker, een goed zwemmer zoals al z'n soortgenoten, was van plan de rivier in te duiken om aan de overkant te komen -hoorde de kikker plots een stem:

"Is er misschien een kans, aardige kikker, dat jij mij kan helpen aan de overkant te komen? Dit omdat ik niet kan zwemmen."

De kikker draaide zich richting de stem, en schrok toen deze een schorpioen zag naderen. Iedereen kent de aard van de schorpioen - ze steken en hebben een dodelijk gif. Dus de kikker was begrijpelijk een beetje angstig, en stamelde toen deze de schorpioen vroeg:

"Als ik jou help aan de overkant te komen, zal je beloven mij niet te steken?

De schorpioen antwoordde:

"Lieve kikker, ik begrijp je bezorgdheid, maar ook ik ben onderweg naar mijn thuis en mijn familie, en als ik jou steek zullen we beiden verdrinken, en wie wil dat nu? Trouwens, in tegenstelling tot de verhalen die je hoort over mij, steek ik alleen uit zelfverdediging- als bijvoorbeeld een vos mij probeert op te eten. Doe mij alsjeblieft dit plezier - Ik zal je dankbaar zijn!"

De kikker filosofeerde even over de woorden van de schorpioen, die niet leken op de woorden van een moordenaar. De kikker dacht bij zichzelf: "Ik heb geen kwade bedoelingen, waarom zou de schorpioen mij willen steken? Als de schorpioen mij steekt, zullen we beiden verdrinken, en dat zouden we beiden niet willen. Als ik behulpzaam ben, zal het mijn vriend worden - omdat de schorpioen dan weet dat ik een aardige kikker ben. Als zijnde mijn vriend, zal de schorpioen alle schorpioenen vertellen dat ik een vriend ben, en dat ook zij mij nooit moeten steken! En ze zullen niemand steken van mijn familie, vrienden of kennissen! En wij kikkers zullen dan altijd alle schorpioenen helpen over de rivieren! En misschien zullen de schorpioenen alle kikkers en alle andere kleine schepselen beschermen tegen al het kwaad in het woud!"

Nu, was de kikker zo opgewonden bij deze gedachte, dat de kikker niet eens meer wilde denken over waarom het niet te doen. Trouwens de gedachte alleen al aan het gevaar was angstaanjagend - vergeleken met de toekomst die ze te wachten stond zoals de kikker deze voorstelde iedereen zou in vrede en harmonie leven met elkaar. "Het zal een echt paradijs worden.", dacht de kikker. Dus de kikker kroop naar beneden en liet de schorpioen klimmen op de rug. De kikker sprong toen in de rivier en begon te zwemmen met de schorpioen op de rug- en de kikker zwom sierlijk, zoals kikkers doen. Maar toen ze in het midden waren, voelde de kikker iets vreselijks in de zij.

"Auw!" riep de kikker, "Wat was dat?"

"Ik heb je zojuist gestoken.", zei de schorpioen.

De kikker voelde dat het gif zijn werk begon te doen. Het werd steeds moelijker om te bewegen, moeilijker om te zwemmen. De kikker dacht aan de Universele broederschap en de vrede die had kunnen zijn, toen de kikker het uitschreeuwde tegen de schorpioen:

"Waarom heb je dat gedaan?! Nu zullen we beiden verdrinken - we konden vrienden worden! Misschien dat jij jezelf kan redden; zwem snel naar de overkant!"

Maar het was al te laat, en schorpioenen kunnen niet zwemmen. Toen ze begonnen te zinken, antwoordde de schorpioen:

"Ik ben niet als jij; vrienden maken en sterven interesseert ons niet. Wij liegen en steken. Zo zijn we nu eenmaal, wist je dat niet?"