30/11/2012

Schipbreuk


Een schipper was al voor de zoveelste keer uitgevaren op zee. Deze keer echter, had hij pech. Zijn schip lijdt schipbreuk. Evenwel, hij overleeft de ramp en spoelt aan op een eiland. Hij is zeer ongelukkig en vraagt zich af waarom dit net HEM moet overkomen.

Na enkele dagen heeft hij toch al wat meer moed en heeft hij al een hutje kunnen bouwen met een paar planken die aanspoelden en andere stukken van het gezonken schip. Hij kon zich zolang in leven houden door de vruchten die hij vond. Hij kon zelfs al vuur maken.

Op een dag besluit hij weer eens op zoek te gaan naar iets eetbaar en trekt de natuur in. Wanneer hij terugkomt merkt hij tot zijn grote verbazing dat zijn hutje in lichterlaaie staat. Hij probeert het vuur nog te doven, maar tevergeefs, er is niks meer aan te doen. Hij is eerst en vooral bedroefd, maar ook kwaad.

Hij schreeuwt tot God:

"Wat heb ik misdaan? Dit verdien ik toch niet? Eerst mijn boot, en net nu ik iets opgebouwd had, neemt U mij dit ook al af!"

huilend gaat de man slapen.

De volgende dag wordt hij gewekt door reddingswerkers. De man vraagt vol verbazing hoe ze hem gevonden hebben. Waarop één van de mannen zegt:

"Door de rooksignalen natuurlijk!"