05/12/2012

Watersnoodramp 1953

't was op een zondagmorgen in 1953. Een Noordwesterstorm in combinatie met springtij zorgde ervoor dat het water in de Noordzee tot op recordhoogte was gestegen. Het gevolg was veel (niet al te best onderhouden) Zeeuwse dijken die braken waardoor het water een groot deel van Zuidwest Nederland overspoelde.

De oude mevrouw Pieterse had zich verschanst op zolder, in de verwachting dat het water snel weer zou zakken. Na een paar uur van ontberingen kwam er een roeiboot met twee mannen erin voorbij. Ze wenkten naar mevrouw Pieterse, die door het dakraam de omgeving in de gaten hield, maar die zei: "Nee, dank u wel. De Heer zal er wel in voorzien!" De mannen haalden hun schouders op en dreven verder. Het water steeg nog steeds en uiteindelijk moest zij in allerijl op het dak van haar huis gaan zitten om het droog te houden.

Er kwam een motorboot aangevaren en de bestuurder probeerde haar er toe te bewegen om van het dak te springen, zodat hij haar aan boord konden helpen.
Maar mevrouw Pieterse bleef onverbiddelijk. "Doet u alstublieft geen moeite, de Heer zal er wel in voorzien!" zei ze weer. Na lang aandringen, zonder gewenst resultaat, schudde de man zijn hoofd en voer verder, op zoek naar andere, meer coöperatieve slachtoffers van de stormvloed.

Als snel begonnen de muren van het huis, niet bestand tegen al dat water, het te begeven en mevrouw Pieterse moest zich uiteindelijk aan de schoorsteen vastklampen om het droog te houden.

Er kwam een patrouilleboot van de marine langs gevaren, maar mevrouw Pieterse wuifde ook deze weg met dezelfde stellige woorden: "De Heer zal er wel in voorzien!"

Uiteindelijk stortte het huis in, zoals een zandkasteel op het strand ook ten prooi valt aan de opkomende vloed. De oude vrouw werd meegesleurd door de stroming en verdronk.

Nog hevig ontdaan door de gebeurtenissen en zeer verbaasd was ze in de hemel aangekomen. Ze vroeg de Heer: "Wat is er gebeurd? Ik had zoveel vertrouwen in de redding door Uw voorzienigheid!?"

"M’n lieve kind," zei de Heer, "had je dat bij de derde boot
dan nog niet door?"