13/02/2013

Narcissus


Narcissus is de zoon van de riviergod Kephissos
en de nimf Liriope (naar Ovidius).

Het verhaal over Narcissus speelt zich af met de nimf Echo. Narcissus was volgens de Griekse mythologie de zoon van de stroomgod Cephissus en najade (waternimf) Liriope. Echo was een mooie maar veel te praatgrage nimf. (soms bleef ze tot vervelens toe praten). De oppergod Zeus bedroog vaak zijn vrouw Hera met mooie nimfen. Op een dag was Hera op zoek naar haar man, want ze vermoedde dat hij zich weer "amuseerde" met de nimfen. Echo hield haar echter aan de praat zodat ze konden ontsnappen. Toen de godin dit doorhad strafte ze Echo en ontnam ze haar de mogelijkheid om het woord te nemen. Echo kon dus nooit meer zelf een gesprek beginnen.

Echo's oog viel op een dag op Narcissus. De bergnimf werd smoorverliefd op de jongeling, maar haar liefde met hem delen kon ze niet. Ze kon hem immers alleen maar napraten. Narcissus was weinig geïnteresseerd in anderen. Alleen de jacht had zijn volle aandacht.

Volgens Ovidius was Narcissus tijdens één van deze jachtpartijen alleen en hoorde hij iets ritselen in het bos. Toen hij hardop vroeg wie daar was kon Echo alleen maar antwoorden door hem na te praten. "Wie is daar?", vroeg de nimf die op slag verliefd was op de jongeling. Narcissus vroeg hierop aan de stem zich openbaar te maken. Echo herhaalde opnieuw de vraag van Narcissus en deed dat nog eens toen de jongeling vroeg waarom hij genegeerd werd. Toen Echo besloot zich openbaar te maken en Narcissus tegemoet te trad, keerde Narcissus haar de rug toe.

Echo werd helemaal verscheurd door deze belediging. Narcissus verliet haar en de nimf trok zich in schaamte terug in de bossen. Vanaf die dag leefde ze in grotten. Geleidelijk aan vervaagde ze van verdriet tot haar fysieke vorm verdwenen was en enkel haar stem nog overbleef. Met haar stem is ze nog steeds klaar om op elk moment te antwoorden. Tijdens een wandeling in de bergen is Echo nooit veraf, altijd klaar om het laatste woord te hebben.

Er zijn meer verhalen die vertellen over de harde manier waarop Narcissus mensen die hem liefhadden verjaagde. Een van die vrouwen die Narcissus tevergeefs had geprobeerd te verleiden vroeg de goden Narcissus te straffen voor het feit dat hij haar liefde niet had beantwoord. Die straf kwam er.

Zo kwam de jonge jager op een dag aan bij een heilige vijver, waarvan het water kristalhelder was, waar de herders nooit langskwamen met hun kuddes, waar geen berggeit of ander dier zich vertoonde. Zelfs bladeren en takken van de bomen durfden er niet in te vallen. Overal rondom groeide het gras mooier dan elders en de rotsen beschutten het tegen de zonnestralen. Moe van het jagen besloot Narcissus om daar even tot rust te komen en zijn dorst te lessen met het water. Toen hij zich voorover boog zag hij zijn weerspiegeling in het wateroppervlak van de Styx, maar hij dacht dat het een mooie geest was die in de vijver leefde.

Zo bleef hij daar zitten, in bewondering starend naar de heldere ogen, het krullend haar, de ronde kaken, de ivoren hals, licht gescheiden lippen, en de blakende gezondheid en conditie in het algemeen van deze verschijning. Hij werd verliefd op zichzelf.

Hij bracht zijn lippen naar het water in een poging om de verschijning te kussen, hij stak zijn armen uit om het beeld te omhelzen. Zijn geliefde vluchtte weg maar kwam terug toen het water weer kalm was en trok opnieuw zijn aandacht. Hij kon zichzelf er niet meer toe brengen om van het water weg te kijken, hij dacht niet meer aan eten en drinken, of aan rust, enkel aan de verschijning in het water. Hij probeerde ermee te spreken, maar kreeg geen antwoord. Hij begon te huilen maar zijn tranen verstoorden het beeld, waarop hij begon te schreeuwen en vroeg of de verschijning wilde stoppen met hem steeds te verlaten. Zo ging het een hele tijd verder, en Narcissus takelde af. Hij verloor zijn kleur, zijn levenskracht en zijn schoonheid die eens zo betoverend was voor de nimf Echo. Die bleef echter dicht bij hem en bleef zijn verdrietige kreten herhalen.

Uiteindelijk kwijnde Narcissus helemaal weg en stierf. De nimfen rouwden om hem, vooral de waternimfen, en bereidden zijn lijkverbranding voor, maar het lichaam was nergens te vinden. Het enige wat van hem overbleef was een bloem (volgens sommigen was dit door toedoen van Aphrodite, die hem uit medelijden toch nog liet voortleven, zij het als bloem), geel van binnen, en omringd met witte blaadjes, die nu nog steeds herinnert aan Narcissus.



Psychologie

De psychiater Sigmund Freud (1856-1939) maakte gebruik van het verhaal van Narcissus toen hij een benaming wilde vinden voor mensen die voortdurend bezig zijn met hun eigen schoonheid of grootheid. Hij noemde hen narcisten en de persoonlijkheidsstoornis Narcisme. Van narcisten wordt onder meer gezegd dat ze een gebrek aan inlevingsvermogen hebben, niet in staat zijn kritiek te verdragen en in contact met anderen vooral bezig zijn zichzelf belangrijk te maken.