10/10/2012

Duitse waddeneilanden


Nederlanders gaan graag op vakantie naar hun eigen waddeneilanden. Maar wat velen niet weten is dat het niet ophoudt bij Schiermonnikoog, er zijn namelijk ook nog de Duitse wadden.

Waar je je prima kunt vermaken en de stranden net iets witters zijn. Zelfs in de winter kun je hier goed terecht om uit te waaien en te relaxen.

Het strand van Borkum

Duitsland heeft zeven Waddeneilanden voor de kust van Oost-Friesland liggen die erg de moeite waard zijn. Reizigers die alle Nederlandse Waddeneilanden gezien hebben en iets nieuws willen raad ik aan eens naar Borkum, Juist, Norderney, Baltrum, Langeoog, Spiekeroog of Wangerooge te gaan. Ook voor een lang weekend heb je er al een heel leuke reisbestemming aan. De eilanden Juist en Norderney valt een beetje te vergelijken met Vlieland en Terschelling.

 Juist is autovrij en heel rustig. Op Norderney valt meer te beleven. Norderney is in het verleden ook een zomerresidentie van de koningen van Hannover geweest. Een kroonprins is hier zelfs bijna in zee verdronken. Een monumentje gedenkt de redders. Voor de boottocht naar Juist ben je afhankelijk van het tij. Kijk van te voren dus goed naar de dienstregeling, want die is onregelmatig. Als je een fiets huurt kun je op een dag het hele eiland Juist wel verkennen. Norderney is groter. Daar kun je ook van bussen gebruik maken, of een deel van het eiland op de fiets verkennen.

Eilanden bewoond

Borkum


Borkum is het meest westelijke bewoonde eiland in het Duitse waddengebied. Met een grootte van 3100 hectare is Borkum het grootste eiland van de deelstaat Nedersaksen. In 2003 woonden hier zo'n 5500 mensen. Borkum is vooral bekend als kuuroord, maar kent daarnaast ook enkele interessante duin- en kweldergebieden. De geschreven geschiedenis van het eiland gaat terug tot in de Romeinse tijd.

De stad Borkum ligt op de westkant van het eiland,'Westland' genoemd. Het 'Ostland' is sinds 1752 bewoond. Westland en Ostland waren toen nog twee gescheiden eilanden. Door de bouw van de Hindenburg-Dam en de daarop volgende vorming van nieuwe duinen tussen beide eilanden kwamen deze in 1860 aan elkaar vast te zitten. Het eiland Borkum was toen gevormd.

Juist


Juist ligt tussen Borkum en Norderney. Met zijn 17 kilometer is dit het langste van de waddeneilanden in het Duitse Oostfriesland. Het is maar een paar honderd meter breed. Tegenwoordig wonen er ongeveer 1700 mensen. Juist is nagenoeg autovrij: alleen de hulpdiensten hebben auto's. De rust, het lange zandstrand en de fraaie duin- en kweldergebieden maken het eiland tot een populaire vakantiebestemming.

Norderney


Norderney ligt tussen Juist aan de westkant en Baltrum aan de oostkant. Dit op één na grootste van de Nedersaksische eilanden en is ongeveer 14 kilometer lang, maximaal 2 kilometer breed en heeft een oppervlakte van 2.530 hectare. Het heeft ongeveer 6.200 inwoners. Naast Borkum is Norderney het enige Nedersaksische eiland waar autoverkeer is toegestaan, al zijn er wel beperkingen van toepassing. Op Norderney werd het eerste Duitse Noordzeebad gesticht, en nog steeds kent het eiland een uitgebreide kuurcultuur. Jaarlijks bezoeken meer dan 200.000 gasten het eiland.

Baltrum


Het eiland Baltrum ligt tussen de eilanden Norderney in het westen en Langeoog in het oosten en hoort bij de deelstaat Nedersaksen. Het eiland is tegenwoordig 6,5 vierkante kilometer groot, 5 kilometer lang en 1 kilometer breed. Er wonen ruim 500 mensen. Er komen vooral gezinnen, ongeveer 50.000 bezoekers per jaar, naar dit eiland van rust. Baltrum geldt naast Langeoog als het beste surfgebied in het Nedersaksische waddengebied.

Natuur

Zoals alle Oostfriese eilanden heeft ook Baltrum een kenmerkende opbouw van landschapstypen. Achter het Noordzeestrand liggen de duinen, die het eiland tegen overstromingen beschermen. De duinen op Baltrum zijn nog erg natuurlijk en in de vochtige duinvalleien groeien zeldzame planten. De zoetwatervoorraad in de Baltrumse duinen is niet aangetast omdat er een drinkwaterleiding van het vasteland naar het eiland loopt. Achter de duinen liggen de kleigronden, die door een dijk beschermd zijn tegen de Waddenzee. De kwelders staan nog onder de invloed van het getij, zij vormen de overgang tussen het eiland en de wadden.

Vervoer

Het autoloze eiland is met een veerverbinding binnen 30 min te bereiken vanaf Neßmersiel. De boot vaart bij hoog water.

Langeoog


Langeoog ligt tussen de eilanden Baltrum in het westen en Spiekeroog in het oosten en hoort bij Nedersaksen. Het heeft een oppervlakte van zo'n 20 vierkante kilometer. De lengte is 11 kilometer, de gemiddelde breedte zo'n 1,5 kilometer (maximale breedte 4 kilometer). Het eiland is nagenoeg autovrij. Er leven tegenwoordig zo'n 2100 mensen. Per jaar bezoeken 100.000 mensen het eiland.

Spiekeroog


Spiekeroog ligt tussen de eilanden Langeoog in het westen en Wangerooge in het oosten en hoort bij Nedersaksen. Het heeft een oppervlakte van zo'n 18 vierkante kilometer en is ongeveer 12 kilometer lang. Spiekeroog heeft een authentiek eilandkarakter behouden. Er wonen ongeveer 700 mensen en jaarlijks komen rond de 50.000 bezoekers naar het eiland. Op het eiland rijden geen auto's (met uitzondering van de brandweer en de ambulance) en fietsers worden ook niet graag gezien. Een fietsverhuur bestaat hier niet (is ook niet nodig, want alles is lopend te bereiken).

Wangerooge


Wangerooge is het meest oostelijk gelegen eiland in het Nedersaksische waddengebied. Het ligt ten oosten van Spiekeroog. Wangerooge is het eiland met de oudste vuurtoren van de Duitse Noordzeekust. Sinds 1800 is het eiland een badplaats. In de Tweede Wereldoorlog kreeg Wangerooge het zwaar te verduren vanwege de strategische ligging aan de vaarroute naar Wilhelmshaven, de thuishaven van de Duitse Marine. Ten zuidoosten van Wangerooge ligt het onbewoonde eilandje Minsener Oog.

Op Wangerooge kan men vervolgens vanaf de steiger in het westen met een smalspoortreintje naar het dorp in het midden van het eiland rijden. Op het eiland mogen geen auto's rijden.

Neuwerk


Het eiland Neuwerk is 3 vierkante kilometer groot; het duurt maar een uur om het eiland rond te lopen. Neuwerk ligt in het Hamburgse gedeelte van de Waddenzee, tussen de mondingen van de Elbe en de Weser. Het hele eiland wordt door dijken beschermd. Er wonen 33 mensen op Neuwerk. De oostelijke kwelder behoort tot de kernzone van het Nationale Park "Hamburgisches Wattenmeer" en is streng beschermd. Neuwerk was ooit een duineiland. Het 'wandelde' in de richting van het vasteland en kwam op het hoger gelegen wad tot rust. Vroeger werd Neuwerk doorsneden met geulen. Op de kwelders graasde het vee van de boeren die op de hogere droge zandgronden woonden. In 1556 werd Neuwerk ingepolderd. Tijdens de zware stormvloed van 1825 kreeg Neuwerk zijn huidige vorm. In 1929 werd met landaanwinning aan de oostkant van het eiland begonnen. Vanaf de Tweede Wereldoorlog werden de landaanwinningswerken niet verder onderhouden. Vandaag de dag is Neuwerk een eiland met een polderkarakter, de duinen van het vroegere Neuwerk zijn verdwenen. Een groot deel van het eiland bestaat uit kwelders, die door rijzendammen en zomerdijken tegen afbraak beschermd worden.

Pellworm


Pellworm ligt in de Noordfriese Waddenzee ten westen van Nordstrand. Het eiland is 38 vierkante kilometer groot. De dijk eromheen is 8 meter hoog en 25 kilometer lang. Er wonen zo'n 1200 mensen op Pellworm en het hoort bij Sleeswijk-Holstein

Pellworm maakte vroeger deel uit van het gebied rond Strand. Door de verwoesting van de 'Utlande' rond Strand en het eiland Strand zelf, ontstond na de stormvloed van 1362 het eiland 'Alt-Nordstrand'. Latere stormvloeden zorgden voor een afbraak van Alt-Nordstrand, dat in de stormvloed van 1634 voorgoed verwoest werd. Uit het grote eiland Alt-Nordstrand ontstonden de eilanden Pellworm en Nordstrand en de hallig Nordstrandischmoor. In de daarop volgende jaren begonnen de bewoners het resterende land in te polderen.

Tijdens laag water is het mogelijk om van de dijk bij Westerkoog naar de Hallig Süderoog, die ongeveer 5 kilometer ten zuidwesten van Pellworm ligt, te wadlopen. Deze tocht mag alleen onder begeleiding plaatsvinden, onder andere het 'Schutzstation Wattenmeer' organiseert deze tochten.

Sylt


Sylt ligt in de Noordfriese Waddenzee tussen het Deense eiland Rømø in het noorden en Amrum in het zuiden. Van alle Noordfriese eilanden ligt het eiland het verst naar het westen. Met zijn 100 vierkante kilometer is Sylt momenteel het grootste waddeneiland van Duitsland. Van noord naar zuid meet Sylt 40 kilometer, van oost naar west is Sylt tussen de 200 meter en 12,5 kilometer breed.

Sylt hoort bij Sleeswijk-Holstein. Sinds 1927 is Sylt door de Hindenburgdam met het vasteland verbonden. Over de dam loopt de spoorweg.

Föhr, Amrum en Sylt hebben een andere ontwikkelingsgeschiedenis dan de andere Noordfriese eilanden. Föhr, Amrum en Sylt bestaan uit de restanten van de ijstijd in het saalien. De geestgronden bedekken veruit het grootste deel van Sylt. Het zijn afzettingen uit de laatste ijstijd die zijn samengesteld uit zand, keileem en zwerfstenen.

Al sinds de Middeleeuwen vechten de mensen op Sylt tegen het landverlies. Door de voortdurende afbraak wordt het eiland steeds kleiner. Met kustverdedigingswerken, zoals strekdammen en betonblokken, probeert de mens het zand op het strand te houden en daardoor de duinen te beschermen. Daar waar het strand als badstrand gebruikt wordt, wordt met dure zandsuppleties geprobeerd het verlies aan strand te compenseren. Door zandtransport, evenwijdig langs de kust, zijn op Sylt(net als op Amrum) zandhaken ontstaan.

Het rode klif

De duinen op Sylt zijn hier en daar volstrekt uniek. Bij het plaatsje Kampen is er het Rote Kliff. Dit is een 25 meter hoge koperkleurige duinwand. Er zijn nog meer kliffen zoals het Morsum Kliff, het Grüne Kliff en het Weiße Kliff. Bij List, het noordelijkste stadje op Sylt ligt het natuurreservaat van de wandelende duinen. Deze 1000 m lange en 30 m hoge duinen van kwartszand verplaatsen zich naar het oosten met een snelheid van 6 m per jaar.