17/04/2013


Je zit aan de waterkant, je hengels staan stabiel.
Je tuurt over het water en vind rust in je ziel.
Je geniet van de natuur en alles om je heen.
Je zit met andere vissers, je zit soms alleen.

Je ziet de karpers golven door het water.
Je wilt er veel vangen, je belt het wordt wat later.
Dan gaat de pieper en je springt uit je tent.
De adreline stroomt door je lichaam,
maar dat voelt bekend.

Je hengel ligt stevig in je hand.
En na lange strijd heb je hem aan de kant.

Een knaap van een karper,
het was geen schub,
geen spiegel maar een rij.
Je onthaakt hem
zet hem terug in het water
en weg zwemt hij.

Je kijkt hem nog even na
en lacht dan zeer tevree.
Een echte sportvisser
neemt zijn gevangen vis niet mee.

Benjamin Mazereeuw