De oranjerode kleur van zalm komt van de garnalen die de zalm eet. Deze bevatten veel caroteen, een rode natuurlijke kleurstof die wordt opgenomen door het visvlees. In de aquacultuur krijgt de zalm voeding met dezelfde kleurstof.
De zalm heeft deze kleurstoffen nodig om zich goed te voelen en zich voort te planten. Zalmen die opgroeien in aquacultuur, krijgen uitsluitend voer van grondstoffen die ze in het wild ook eten, zoals visjes en plankton. Om de veiligheid voor de vis en de consument te garanderen, moet het voer dat Noorse zalmkwekers gebruiken aan strenge eisen voldoen.
De Noorse Atlantische zalm bevat veel omega-3 zuren (aminozuren) en is rijk aan vitamine A en D. Het heeft bovendien een hoge concentratienvitamine B12 en B6. De voedingswaarde per 100 gr. is gemiddeld 220 calorien, 16 gr. vet (het betreft hier de gunstige onverzadigde vetten die bijdragen aan gezonde hart en bloedvaten), 20 gr. eiwit en 0 gr. koolhydraten.