Het strand was vast gevoegd en glad
en smalle golven sloegen om,
uit duizend smalle. Witte monden
zacht prevelend en dan weer stom.
De zee keek op, alsof ze bad.
Toen heb ik u teruggevonden.
O grote, oude grijze zee.
In rusteloosheid zoveel rust.
Eén stem uit duizend kelen
Sprekende tot de smalle kust;
Eenheid uit zoveel tegendelen.
Eenheid uit zoveel tegendelen.
Mijn oude liefde, mijn oud vertrouwen
Zo groot, haast niet uit te houden,
Ouder dan voor mijn grote lief …
Ik zag voor ‘t eerst weer de hemel:
Hoe die zich rustende verhief.
Uit: De vogel phoenix,
M. Vasalis
Uit: De vogel phoenix,
M. Vasalis