Als ik luister naar de zee;
zo bruisend vol van levenslust.
Dan gaan mijn gedachten mee,
word ik stil en kom tot rust.
De golven komen aangerold
gedreven door de wind.
De baren soms hoog opgetold,
vragend wat ik daarvan vind.
Ze ligt te glinsteren in de zon,
zo eindeloos en wel eens stil.
Als ik maar haar taal verstond
van hetgeen ze me zeggen wil.
Een rook gloed aan de horizon
omvat de kroon op haar werk.
Als ik dat maar eens raken kon
de zee, zo diep, zo sterk.
Zo kijk ik uren naar de zee;
van bewondering kan ik wel zingen.
Ze draagt ook haar geheimen mee
van levens die vergingen.