Ze kwamen in de avond en troffen Jonathan Livingston Zeemeeuw alleen, vredig voortglijdend langs zijn geliefde hemel. De twee meeuwen die naast zijn vleugels verschenen waren zuiver wit als sterrenlicht, en het schijnsel dat ze uitstraalden was zacht en vriendelijk in de hogere donkere nachtlucht. Maar het mooiste van alles was de perfectie waarmee ze vlogen, hun vleugeltips bewegend op precies een centimeter afstand van de zijne.
Zonder een woord te zeggen onderwierp Jonathan hen aan een proef, een proef die nog nooit een meeuw had doorstaan. Hij draaide zijn vleugels en liet zijn snelheid teruglopen tot een enkele mijl boven zijn overtreksnelheid. De twee stralende vogels vertraagden hun vlucht tegelijk met hem, soepel, hun formatie gesloten houdend. Ze kenden het geheim van het langzaam vliegen.
Hij vouwde zijn vleugels samen, maakte een rolbeweging en stortte zich in een duikvlucht, tot hij een snelheid bereikt had van driehonderdtachtig kilometer per uur. Zij doken naast hem, naar omlaag flitsend nog steeds in formatie, zonder een enkele hapering.
Hij won weer hoogte en zweeg een tijdje, voor hij iets zei. "Goed dan," zei hij, "wie zijn jullie?"
"Wij zijn van jouw Vlucht, Jonathan. Wij zijn je broeders." De woorden klonken kalm en beslist. "We zijn gekomen om je hogerop te brengen, naar huis."
"Ik heb geen huis. Ik heb geen Vlucht. En we vliegen nu in de hoogste zone van de Grote Bergwind. Hoger dan een kleine honderd meter kan ik dit oude lijf niet meer krijgen."
"Dat kun je wel, Jonathan. Want je hebt het geleerd. Je hebt de ene leerschool voltooid, en het is tijd om aan een andere te beginnen."
Het licht, dat hij zijn hele leven in zich had voelen branden, scheen helderder dan ooit. Ze hadden gelijk. Hij, Jonathan Zeemeeuw, kon wèl hoger vliegen, en het wàs tijd om naar huis te gaan. Hij wierp nog één keer een lange blik op de hemel, op dat prachtige zilveren land waar hij zoveel had geleerd. "Ik ben bereid," zei hij tenslotte.
En Jonathan Livingston Zeemeeuw steeg naar boven, samen met de witte sterrevogels, om te verdwijnen in strakke donkere lucht.
Richard bach - Jonathan Livingston Zeemeeuw